Een kat in huis? Hier moet u op letten
Als u de hele dag buitenshuis werkt, is het voor uw kat prettig om een andere kat in haar nabijheid te hebben. Katten vinden het niet erg om alleen te zijn, maar voelen zich wel beter in gezelschap. Ook katten kunnen zich vervelen. Als dat het geval is, gaan ze kattenkwaad uithalen. Dit gebeurt natuurlijk sneller bij relatief jonge katten dan bij katten op leeftijd. Heeft u maar een kat in huis, dan hoeft u niet verbaasd op te kijken als tijdens uw afwezigheid de kamerplanten zijn uitgegraven, de was uit de wasmand is gehaald en door het hele huis is gesleept, of die kristallen vaas met bloemen aan diggelen is gegaan. Uw kat was waarschijnlijk niet eens op het idee gekomen als ze een speelkameraadje had gehad. De beste keus is een speelkameraadje van dezelfde leeftijd, maar een iets oudere kat kan ook goed gezelschap zijn.
Moet u de hele dag van huis zijn tref dan een paar maatregelen om uw afwezigheid voor uw katten zo aangenaam mogelijk te maken. Een kat moet altijd over te drinken kunnen beschikken. Zorg daarom voor voldoende fris water en houd rekening met het weer: als het warm is, drinken ook katten meer dan normaal. Maak uw huis zo veilig mogelijk. Laat geen ramen op een kier staan, want katten als de Heilige Birmaan hebben maar heel weinig ruimte nodig om te kunnen ontsnappen.
Kat en allergie
Er zijn veel mensen die allergisch zijn voor bepaalde stoffen en toch een kat als huisdier hebben. Merkwaardigerwijs zijn daar ook mensen bij die eigenlijk allergisch zijn voor katten, zij het in lichte mate. Als u allergisch bent, maar toch graag een kat wilt, doet u er verstandig aan om eerst met uw huisarts of specialist te overleggen. Het kan zijn dat die het niet echt bevorderlijk vindt voor uw gezondheid, maar zolang het niet stellig wordt afgeraden, staat het u natuurlijk vrij om te proberen. Houd er echter wel terdege rekening mee dat het op een teleurstelling kan uitlopen. Mocht u toch overgevoelig blijken te zijn, dan moet de kat het huis uit. Waarschijnlijk bent u dan al aan haar gehecht geraakt. Het afscheid kan in dat geval zowel voor u als voor bijvoorbeeld de Blauwe rus een vervelende ervaring zijn.
Het probleem ligt in het feit dat het van tevoren moeilijk is te voorspellen of en hoeveel last u zult krijgen van uw allergie. U kunt daar alleen maar door ervaring achter komen. Iedereen die een kat weggeeft of verkoopt, zal er wel begrip voor kunnen opbrengen dat iemand met een allergie eerst wil proberen of het dagelijks leven met een kat gedeeld kan worden, om dan pas te beslissen de kat wel of niet aan te schaffen. U moet er ook rekening mee houden dat niet iedereen zal willen ingaan op een voorstel om het eerst veertien dagen te proberen en de kat eventueel terug te geven als zij toch niet bevalt.
Wennen aan vogels
In de vrije natuur leven katten van kleine knaagdieren en ook van vogels. Vogels wekken de jachtlust van een kat op. Ook binnenshuis. Kleine vogels voelen zich door de aanwezigheid van een kat meestal onbeschermd en onveilig. Vooral als de kat dicht in hun buurt komt. Kunnen ze zo heftig tegen de wanden van de kooi opvliegen dat ze er gewond of zelfs dood bij neervallen.
Niet alleen in het wild, maar ook in huis kunnen katten een enorm geduld aan de dag leggen om een hapje te verschalken. Waar een kat en een kanarie of parkiet samenleven, besteedt de kat soms wel heel veel tijd om uit te vinden hoe ze, ondanks allerlei barriËres, toch bij de kooi kan komen. Vreemd genoeg verbazen veel mensen zich nog steeds over het feit dat hun kat eiteindelijk toch kans haaft gezien om bij de kooi te komen, het diertje te bejagen en uiteindelijk op te peuzelen. Ook al zijn katten en vogels allebei huisdieren, van oorsprong voedt de een zich met de ander en zal dat instinctmatig altijd willen blijven doen. Daarom kunt u beter kiezen voor een kat of een vogel. Neem ze niet allebei tegelijk.
Leven als kat en hond
Dat katten en honden elkaars aartsvijanden zijn, is een idee dat al lang achterhaald is. In veel gezinnen leven een kat en een hond vreedzaam en echt vriendschappelijk samen, zonder dat er ooit problemen zijn. Desondanks is het niet zo dat elke willekeurige kat en elke willekeurige hond elkaar zonder meer zullen accepteren. Katten die met een hond zijn opgegroeid en honden die met een kat zijn groot geworden, zullen een leven lang vriendschappelijk met elkaar kunnen omgaan. Zij zijn op elkaar ingespeeld en voelen zich beide volwaardig lid van ‘hun’ gezin. Nu en dan kunnen oppervlakkige meningsverschillen ontstaan, maar echte ruzie komt nagenoeg niet voor.
Als u dus tegelijk een jonge kat en een jonge hond in huis wilt nemen, zal daar weinig op tegen zijn. U moet wel voldoende tijd nemen om beide dieren aan elkaar te laten wennen, vooropgesteld dat ze niet eerder contact hebben gehad met een kat of een hond. Jonge dieren zijn erg speels en in hun speelsheid zullen ze elkaar verkennen en als vanzelf met elkaar leren omgaan.
Het zal wat lastiger zijn om een oudere kat aan een hond te laten wennen, vooral als de hond ook volwassen is en eventueel minder prettige ervaringen met katten heeft opgedaan. Het is in zo’n geval erg belangrijk het dier dat u al had te laten merken hoeveel u nog steeds om hem geeft, want de nieuwkomer zal veel aandacht opeisen. Alleen door uw aandacht zoveel mogelijk te verdelen, voorkomt u dat gevoelens van jaloezie de kop opsteken.
